\n","format":null,"processed":"
<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.0 Transitional//EN" ";
\n<html><body><p>Inzicht in Bestuursrecht stond in 2019 in het thema van 25 jaar Algemene wet bestuursrecht (Awb). De afgelopen 25 jaar heeft de Awb bewezen voor veel vragen een kader en antwoorden te bieden. In een aantal interactieve brainstormsessies hebben wij samen met de deelnemers aan Inzicht in Bestuursrecht onderzocht hoe het bestuursrecht ook een kader en oplossing kan bieden voor vier actuele problemen. In de brainstormsessie <strong><em>‘Maatwerk’</em></strong> zijn Jannetje Bootsma, Marijse Neuteboom en Frank van Tienen ingegaan op het bieden van maatwerk.</p>
\n
<p>Het is een blijvende uitdaging voor bestuursorganen: hoe bied je maatwerk, zonder ongewenste precedenten te scheppen? Gelijke gevallen moeten immers gelijk worden behandeld. Het bieden van maatwerk lijkt daarmee soms op gespannen voet te staan. Maar is dat echt zo? Welke mogelijkheden biedt de Awb om maatwerk te bieden en toch besluiten te nemen die voldoen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur? Tijdens het jaarlijkse Inzichtcongres is in brainstormsessies over dit onderwerp gesproken.</p>
\n
<p>In dit blog doen zij verslag van deze brainstormsessie.<!--more--></p>
\n<h2>De Awb en het Nederlands bestuursrecht geven handvatten voor het bieden van maatwerk</h2>
\n<p>De Awb vormt het juridisch kader voor bestuursorganen bij het bieden van maatwerk. De Awb biedt een gereedschapskist waarmee maatwerk kan worden vormgegeven. Een aantal algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn daarbij in het bijzonder van belang:</p>
\n<ul><li><u>Zorgvuldigheidsbeginsel
\n</u>Op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel moet de overheid bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen vergaren. Dit betekent - kort gezegd - dat van bestuursorganen wordt verwacht dat zij informatie verzamelen over het individuele geval. Uit het zorgvuldigheidsbeginsel volgt ook dat als vergaarde feiten en belangen daartoe aanleiding geven, een bestuursorgaan in haar besluitvorming maatwerk moet leveren dat is afgestemd op die individuele feiten en belangen. Het zorgvuldigheidsbeginsel verlangt dus maatwerk van de overheid.</li>
\n \t<li><u>Evenredigheidsbeginsel
\n</u>Bestuursorganen moeten bij hun besluitvorming rekening houden met de belangen die spelen. De gevolgen van een besluit mogen voor een belanghebbende niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Het evenredigheidsbeginsel vraagt dus van bestuursorganen dat zij bij hun besluitvorming stilstaan bij de vraag of een besluit in de concrete omstandigheden van dat specifieke geval niet leidt tot onevenredige gevolgen in de zin van artikel 3:4, lid 2, van de Awb.</li>
\n \t<li><u>Gelijkheidsbeginsel
\n</u>Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld en dat ongelijke gevallen ongelijk worden behandeld in de mate waarin zij verschillen. Vaak wordt gedacht dat het gelijkheidsbeginsel zich tegen de toepassing van maatwerk verzet, omdat het toepassen van maatwerk ‑ vanwege het gelijkheidsbeginsel - zou leiden tot ongewenste precedentwerking. Dat ligt echter genuanceerder. Het toepassen van maatwerk is immers pas aan de orde op het moment dat een geval in onderscheidende mate <em>verschilt</em> van andere gevallen: juist het uitzonderlijke geval vraagt om maatwerk.</li>
\n \t<li><u>Motiveringsbeginsel
\n</u>Een besluit moet gedragen worden door een deugdelijke motivering. Door de individuele omstandigheden van een geval toe te lichten, ontstaat meer ruimte voor het bieden van maatwerk. Ongewenste precedentwerking kan met een uitgebreide en goede motivering worden voorkomen. Als goed kan worden gemotiveerd dat, gelet op de individuele omstandigheden van het geval, maatwerk geboden is, dan zal in andere gevallen minder snel een succesvol beroep kunnen worden gedaan op het gelijkheidsbeginsel. Er is dan minder snel sprake van ‘een gelijk geval’.</li>
\n</ul><h2>De Awb verlangt ook maatwerk van bestuursorganen</h2>
\n<p>De Awb biedt niet alleen instrumenten voor het bieden van maatwerk. De Awb <em>verlangt</em> ook van bestuursorganen dat zij maatwerk toepassen op het moment dat dat nodig is. Dit wordt door de rechter (steeds indringender) getoetst. Een rechter zal tot het oordeel komen dat een bestuursorgaan in strijd heeft gehandeld met (een van de) algemene beginselen van behoorlijk bestuur als een bestuursorgaan ten onrechte geen maatwerk heeft toegepast.</p>
\n
<h2>Randvoorwaarden voor het bieden van maatwerk</h2>
\n<p>In de brainstormsessies kwam naar voren dat veel overheden zich al inspannen om maatwerk te bieden. Maar het is nog niet zo makkelijk om maatwerk goed toe te passen. In de sessies hebben we een aantal randvoorwaarden voor goed maatwerk gedefinieerd:</p>
\n<p><strong>(1). Goed identificeren van potentiële maatwerkgevallen.</strong>
\n</p><p>Dat is een uitdaging. Vaak ontbreken daarvoor op de werkvloer nu nog de kaders: op welke feiten en omstandigheden moet in het primaire besluitvormingsproces worden gelet om maatwerkgevallen ‘te ontdekken’? Welke feiten en omstandigheden maken dat een geval met een ‘maatwerkbril’ moet worden bekeken? Deze vragen spelen in het bijzonder als de besluitvorming (grotendeels) geautomatiseerd plaatsvindt. In de brainstormsessie werd het idee geopperd om bij aanvragen de mogelijkheid te bieden aan te geven of in dat geval ‘bijzondere omstandigheden’ spelen. De aanvrager kan dan bijvoorbeeld aanvinken dat zijn geval een bijzonder geval is, en op een aanvraagformulier de ruimte krijgen om dat toe te lichten. Mogelijk kan je zo voorkomen dat een maatwerkgeval pas in de bezwaarfase aan het licht komt.</p>
\n<p><strong>(2). Ambtenaren moeten de ruimte en het vertrouwen krijgen om af te wijken van de regel.
\n</strong>Die ruimte kan bijvoorbeeld worden gegeven door het opnemen van een expliciete hardheidsclausule in de beleidsregels, om te benadrukken dat, als dat nodig is, van de beleidsregels kan worden afgeweken.</p>
\n<p><strong>(3) Willekeur of ongewenste precedentwerking wordt voorkomen</strong>
\n</p><p>Dat kan door intern goed te communiceren over maatwerkgevallen (wanneer is daarvan volgens ons sprake?) en de toepassing van maatwerk in de besluiten goed te motiveren.</p>
\n<p><iframe src="; width="800" height="640" frameborder="0" allowfullscreen="allowfullscreen"><span data-mce-type="bookmark" class="mce_SELRES_start"></span></iframe></p>
\n<p>Wij kijken terug op vruchtbare brainstormsessies over maatwerk. Eén van de conclusies was dat het zinvol is om in algemene zin over de randvoorwaarden en mogelijkheden voor maatwerk na te denken, maar dat de toepassing van maatwerk per bestuursorgaan en per ‘soort’ besluit erg verschilt. De randvoorwaarden moeten daarom worden vertaald naar de concrete besluiten die door verschillende bestuursorganen moeten worden genomen. Daarvoor zou ook een brainstormsessie met de ambtenaren die deze besluiten voorbereiden, een goed begin kunnen zijn.</p>
\n
<p>Maatwerk is een onderwerp dat bij veel overheden hoog op de agenda staat. In samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft Pels Rijcken de Awb-toolbox ‘Maatwerk met de Awb’ ontwikkeld, met daarin een overzicht van de mogelijkheden die de Awb biedt voor het leveren van maatwerk. De ‘toolbox’ kunt u <a href="https://www.digitaleoverheid.nl/nieuws/fout-bij-overheid-herstellen-met…; target="_blank" rel="noopener noreferrer">hier</a> downloaden.</p>
\n
<p>Heeft u vragen over het bieden van maatwerk? Wij denken graag met u mee.</p>
\n
<img class="wp-image-25384 aligncenter" src="/sites/default/files/blog/maatwerk-bestuursrecht.png" alt="" width="913" height="752"></body></html>
\n"}},"dd1139a9-125a-4434-a4f5-6d22553a8634--nl":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"taxonomy_term","bundle":"employee_type"},"url":"/taxonomy/term/27"},"tid":27,"uuid":"dd1139a9-125a-4434-a4f5-6d22553a8634--nl","revision_id":27,"langcode":"nl","vid":{"target_id":"employee_type","target_type":"taxonomy_vocabulary","target_uuid":"09c1633c-0a9e-43b2-9940-544128146764"},"revision_created":null,"revision_user":null,"revision_log_message":null,"status":true,"name":"Senior advocaat","weight":6,"revision_default":true,"revision_translation_affected":true},"06100006-9da5-4ff8-ba4f-24e0930cd47d":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"file","bundle":"file"}},"fid":683,"uuid":"06100006-9da5-4ff8-ba4f-24e0930cd47d","langcode":"nl","uid":{"target_id":1390,"target_type":"user","target_uuid":"297a8b0e-c8f9-4936-bcd2-fca92f8fa03c","url":"/user/1390"},"filename":"Marijse Neuteboom-Klink, advocaat Pels Rijcken.jpg","uri":{"value":"cloudinary://2019-05/Marijse Neuteboom-Klink, advocaat Pels Rijcken.jpg","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1559297152/2019-05/Marijse%20Neuteboom-Klink%2C%20advocaat%20Pels%20Rijcken.jpg"},"filemime":"image/jpeg"},"971ad011-8594-4d5c-a7e0-dc83d5b9edf9--nl":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"media","bundle":"image"},"url":"/media/2359/edit"},"uuid":"971ad011-8594-4d5c-a7e0-dc83d5b9edf9--nl","langcode":"nl","bundle":{"target_id":"image","target_type":"media_type","target_uuid":"2025cb4c-e605-4aec-9612-c40b9e2b3556"},"name":"Marijse-Neuteboom-Klink, advocaat Pels Rijcken","field_media_image":{"target_id":683,"alt":"Marijse-Neuteboom-Klink, advocaat Pels Rijcken","title":"","width":3000,"height":875,"target_type":"file","target_uuid":"06100006-9da5-4ff8-ba4f-24e0930cd47d","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1559297152/2019-05/Marijse%20Neuteboom-Klink%2C%20advocaat%20Pels%20Rijcken.jpg","focal_point":{"x":810,"y":464}}},"16a3e3c2-40bd-47bb-b6ae-5db7396efcb9":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"paragraph","bundle":"default_header"}},"id":3908,"uuid":"16a3e3c2-40bd-47bb-b6ae-5db7396efcb9","langcode":"nl","field_media":{"target_id":2359,"target_type":"media","target_uuid":"971ad011-8594-4d5c-a7e0-dc83d5b9edf9--nl","url":"/media/2359/edit"}},"f92b5fe4-4fce-4f18-96f5-bdccf25a4a3b--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"person"},"url":"/mensen/marijse-neuteboom-klink","locale_paths":{"en":"/en/people/marijse-neuteboom-klink","nl":"/mensen/marijse-neuteboom-klink"}},"nid":2321,"uuid":"f92b5fe4-4fce-4f18-96f5-bdccf25a4a3b--nl","langcode":"nl","title":"Marijse Neuteboom - Klink","created":{"value":"2018-02-12T08:15:38+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"field_email":"marijse.neuteboom@pelsrijcken.nl","field_employee_type":[{"target_id":27,"target_type":"taxonomy_term","target_uuid":"dd1139a9-125a-4434-a4f5-6d22553a8634--nl","url":"/taxonomy/term/27"}],"field_header":{"target_id":3908,"target_revision_id":30942,"target_type":"paragraph","target_uuid":"16a3e3c2-40bd-47bb-b6ae-5db7396efcb9"},"field_person_unavailable":false,"field_phone_number":"+31 70 5153 674"},"8061ead7-1ffe-4b45-93cc-5f34f83fd765":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"file","bundle":"file"}},"fid":469,"uuid":"8061ead7-1ffe-4b45-93cc-5f34f83fd765","langcode":"nl","uid":{"target_id":1390,"target_type":"user","target_uuid":"297a8b0e-c8f9-4936-bcd2-fca92f8fa03c","url":"/user/1390"},"filename":"Frank van Tienen, advocaat Pels Rijcken.jpg","uri":{"value":"cloudinary://Frank van Tienen, advocaat Pels Rijcken.jpg","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1546512574/Frank%20van%20Tienen%2C%20advocaat%20Pels%20Rijcken.jpg"},"filemime":"image/jpeg"},"1f6dacaf-b838-441f-abb4-f0cd40c6b9d9--nl":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"media","bundle":"image"},"url":"/media/2203/edit"},"uuid":"1f6dacaf-b838-441f-abb4-f0cd40c6b9d9--nl","langcode":"nl","bundle":{"target_id":"image","target_type":"media_type","target_uuid":"2025cb4c-e605-4aec-9612-c40b9e2b3556"},"name":"Frank van Tienen, advocaat Pels Rijcken","field_media_image":{"target_id":469,"alt":"Frank van Tienen, advocaat Pels Rijcken","title":"","width":5262,"height":1535,"target_type":"file","target_uuid":"8061ead7-1ffe-4b45-93cc-5f34f83fd765","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1546512574/Frank%20van%20Tienen%2C%20advocaat%20Pels%20Rijcken.jpg","focal_point":{"x":1526,"y":721}}},"d40cd180-fa10-4081-9a08-eb977540a080":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"paragraph","bundle":"default_header"}},"id":3951,"uuid":"d40cd180-fa10-4081-9a08-eb977540a080","langcode":"nl","field_media":{"target_id":2203,"target_type":"media","target_uuid":"1f6dacaf-b838-441f-abb4-f0cd40c6b9d9--nl","url":"/media/2203/edit"}},"1d46a70b-e903-411f-b41b-2a83ad1d95f7--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"person"},"url":"/mensen/frank-van-tienen","locale_paths":{"en":"/en/people/frank-van-tienen","nl":"/mensen/frank-van-tienen"}},"nid":2364,"uuid":"1d46a70b-e903-411f-b41b-2a83ad1d95f7--nl","langcode":"nl","title":"Frank van Tienen","created":{"value":"2017-12-11T10:49:53+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"field_email":"frank.vantienen@pelsrijcken.nl","field_employee_type":[{"target_id":26,"target_type":"taxonomy_term","target_uuid":"d15406d2-06ce-4df0-879e-bfba86bc541d--nl","url":"/taxonomy/term/26"}],"field_header":{"target_id":3951,"target_revision_id":30971,"target_type":"paragraph","target_uuid":"d40cd180-fa10-4081-9a08-eb977540a080"},"field_person_unavailable":false,"field_phone_number":"+31 70 5153 420"},"993c87b1-662a-4724-bb66-805904dbfe29--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"blog"},"url":"/kennis/bestuursrecht/maatwerk","locale_paths":{"nl":"/kennis/bestuursrecht/maatwerk"}},"nid":3750,"uuid":"993c87b1-662a-4724-bb66-805904dbfe29--nl","langcode":"nl","title":"Maatwerk met de Awb","created":{"value":"2021-08-16T12:31:46+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"field_blog_expertise":[{"target_id":2175,"target_type":"node","target_uuid":"4a436bce-875a-48f6-a86b-8ae589710355--nl","url":"/expertise/bestuursrecht"}],"field_blog_highlighted":false,"field_blog_series":{"target_id":61,"target_type":"taxonomy_term","target_uuid":"5a414825-6b35-4009-ab7e-657a81f12a73","url":"/taxonomy/term/61"},"field_blog_specialism":[{"target_id":3089,"target_type":"node","target_uuid":"ab864c85-40bc-4d1f-90ab-07308a48234b--nl","url":"/expertise/awb"}],"field_blog_tags":[],"field_content_type":[{"target_id":57,"target_type":"taxonomy_term","target_uuid":"cd17b572-3ddc-4fce-942f-d38037566d04--nl","url":"/taxonomy/term/57"},{"target_id":56,"target_type":"taxonomy_term","target_uuid":"74e7a102-a18d-4282-9c1a-06624bf0584b--nl","url":"/taxonomy/term/56"}],"field_header_image":null,"field_introduction_text":null,"field_message_type":null,"field_paragraphs":[{"target_id":6966,"target_revision_id":22065,"target_type":"paragraph","target_uuid":"eeba4ac5-65be-4380-bcce-b157e10ca6e6--nl"}],"field_persons":[{"target_id":2321,"target_type":"node","target_uuid":"f92b5fe4-4fce-4f18-96f5-bdccf25a4a3b--nl","url":"/mensen/marijse-neuteboom-klink"},{"target_id":2364,"target_type":"node","target_uuid":"1d46a70b-e903-411f-b41b-2a83ad1d95f7--nl","url":"/mensen/frank-van-tienen"},{"target_id":2280,"target_type":"node","target_uuid":"c0185552-c774-49bc-a940-0802524008d6--nl","url":"/mensen/jannetje-bootsma"}],"field_publication_date":{"value":"2019-12-19T12:25:50+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"field_related_articles":[],"field_themes":[]},"b8f97dce-7a92-49cc-bfe0-d28146b51ecd":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"taxonomy_term","bundle":"blog_series"},"url":"/taxonomy/term/59"},"tid":59,"uuid":"b8f97dce-7a92-49cc-bfe0-d28146b51ecd","revision_id":59,"langcode":"nl","vid":{"target_id":"blog_series","target_type":"taxonomy_vocabulary","target_uuid":"fa7cbfbe-fe62-4f06-9a47-5ee8ce28cce4"},"revision_created":{"value":"2021-08-16T12:25:28+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"revision_user":null,"revision_log_message":null,"status":true,"name":"Inzicht in Bestuursrecht 2018","weight":0,"revision_default":true,"revision_translation_affected":true,"field_blog_series_expertise":[{"target_id":2175,"target_type":"node","target_uuid":"4a436bce-875a-48f6-a86b-8ae589710355--nl","url":"/expertise/bestuursrecht"}],"field_blog_series_highlighted":false,"field_blog_series_introduction":null,"field_blog_series_specialism":[{"target_id":3089,"target_type":"node","target_uuid":"ab864c85-40bc-4d1f-90ab-07308a48234b--nl","url":"/expertise/awb"},{"target_id":2973,"target_type":"node","target_uuid":"e466d172-8531-4625-90d3-a751289e0f1e--nl","url":"/expertise/open-overheid"}],"field_blog_series_themes":[]},"067a5d4a-6efb-45f3-b988-717ca794374e--nl":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"paragraph","bundle":"wysiwyg"}},"id":6940,"uuid":"067a5d4a-6efb-45f3-b988-717ca794374e--nl","langcode":"nl","field_wysiwyg":{"value":"\n
Dit is een verslag van een tijdens Inzicht in bestuursrecht 2018 gegeven workshop.\n\nBierfietsen, vuurwerk, taxironselaars, deelfietsen, roken op straat: steeds vaker wordt naar de gemeente gekeken voor een aanpak van deze onderwerpen. Soms in de vorm van een experiment, soms voor een langere periode. Wanneer kan een gemeente daarvoor haar autonome verordenende bevoegdheid inzetten?
\n\nDat was een van de vragen die aan de orde kwam op 22 november 2018, tijdens het jaarlijkse congres ‘Inzicht in bestuursrecht’ van Pels Rijcken. Jannetje Bootsma, Marleen Botman, Georges Dictus en Jules de Kort hebben tijdens dit evenement een workshop gegeven over de aandachtspunten en grenzen van de omvang van de autonome verordenende bevoegdheid, waarbij ook de Dienstenrichtlijn, aandachtspunten bij de verdeling van schaarse rechten en ruimte voor experimenten aan bod kwamen. Aan de hand van een stappenplan worden in dit blog de relevante vragen op een rij gezet.
\nStap 1. Past de maatregel binnen de autonome verordenende bevoegdheid?
\nWanneer een gemeente zich met een probleem geconfronteerd ziet en ten aanzien daarvan regels wil stellen, is de eerste vraag of de gemeente op dat terrein over een autonome verordenende bevoegdheid beschikt. De volgende drie deelvragen zijn daarvoor van belang:
\n- Is er een hogere regeling die betrekking heeft op hetzelfde onderwerp? \n \t
- Zo ja, heeft de beoogde regeling een ander motief? \n \t
- Zo nee, doorkruist de beoogde regeling niet de bedoeling van de hogere regeling? \n
Voor een uitgebreidere toelichting over de aspecten die voor deze vraag van belang zijn, zie het blog van Jean-Paul Heinrich ‘De bierfiets : hoeveel reguleringsruimte heeft de gemeentelijke regelgever?’.
\nStap 2. Is de maatregel onderbouwd en gemotiveerd?
\nBij de toetsing van regelgeving – of dat nu via exceptieve toetsing is of direct in een civiele procedure – wordt er steeds meer belang aan gehecht dat de overheid kan laten zien welke afweging bij het invoeren van de maatregel is gemaakt. Een motivering en onderbouwing van de maatregel – zo mogelijk voorafgaand aan de invoering daarvan – is van belang. Een goede motivering geeft in ieder geval antwoord op de volgende vragen:
\n- Is de maatregel noodzakelijk en gerechtvaardigd? \n \t
- Is de maatregel geschikt? \n \t
- Is de maatregel evenredig? \n
Denk daarbij ook na over de voorzienbaarheid van de maatregel en de vraag of een overgangstermijn bij de invoering van de maatregel nodig is.
\n\nGaat het om een experiment, dan zijn relevante vragen die van te voren moeten worden gesteld en beantwoord bijvoorbeeld ook:
\n- Wat is het doel van het experiment? \n \t
- Wanneer is het experiment geslaagd en wanneer niet, en hoe wordt dat beoordeeld? \n \t
- Wat houdt het experiment in, wie mogen aan het experiment deelnemen en hoe wordt dat bepaald? \n \t
- Hoe lang duurt het experiment en wanneer wordt het experiment geëvalueerd? \n
Stap 3: Welk Unierechtelijk kader is van toepassing?
\nBij het invoeren van een maatregel is het ook nodig het Unierecht in ogenschouw te nemen. Is het Unierecht van toepassing en, zo ja, binnen welk Unierechtelijk kader valt de maatregel? Meest relevant voor deze thematiek zijn vooral de regels betreffende het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en vestiging en, meer specifiek, de Dienstenrichtlijn en/of de E-commercerichtlijn. De zaak van Uber laat zien dat het niet altijd even eenvoudig is om vast te stellen binnen welk Unierechtelijk kader een dienst valt. Zie ook het blog van Georges Dictus over Uber: in hoeverre mogen lidstaten innovatieve diensten zoals Uber reguleren?
\n\nTijdens de workshop zijn wij in het bijzonder ingegaan op de Dienstenrichtlijn. Decentrale overheden krijgen met de Dienstenrichtlijn te maken als de voorgenomen maatregel het verrichten van een dienst voor een dienstverlener beperkt. Dat is in de praktijk al vrij snel het geval, bijvoorbeeld wanneer een dienstverlener een vergunning nodig heeft voor het mogen verrichten van die dienst. In de Dienstenrichtlijn staan specifieke eisen waaraan vergunningstelsels moeten voldoen. Mede gelet op de uitspraak van het Hof van Justitie over het toepassingsbereik van de Dienstenrichtlijn in de zaak Appingedam, verwachten wij dat het belang van de Dienstenrichtlijn in de praktijk alleen maar zal toenemen (zie hierover ook het blog van o.a. Marleen Botman). Uit deze uitspraak volgt namelijk dat de Dienstenrichtlijn ook van toepassing is op ruimtelijke voorschriften en zuiver interne situaties.
\nStap 4: Voldoet de maatregel aan Europese eisen?
\nMeer ten algemene gelden de volgende Europese eisen waaraan een maatregel moet voldoen:
\n- Is de maatregel non-discriminatoir? \n \t
- Is de maatregel noodzakelijk om een dwingende reden van algemeen belang? \n \t
- Is de maatregel geschikt om dat beoogde doel te bereiken? \n \t
- Is de maatregel evenredig, dat wil zeggen dat het doel niet met minder vergaande middelen kan worden bereikt? \n
In de (Europese) rechtspraak zijn diverse dwingende reden van algemeen belang geaccepteerd, zoals de bescherming van het stedelijk milieu, verkeersveiligheid, de openbare veiligheid en volksgezondheid en de openbare orde. Zoals tijdens de workshop aan de orde kwam, kan de openbare orde echter alleen worden aangevoerd in geval van een werkelijke en voldoende ernstige bedreiging van een fundamenteel maatschappelijk belang, al komt de bevoegde autoriteit daarbij in bepaalde situaties wel een zekere beoordelingsmarge toe (zie bijv. de zaak Omega Spielhallen).
\n\nHet is vanuit Unierechtelijk perspectief van belang om reeds in de toelichting bij de maatregel aan te geven (i) welk doel met de maatregel wordt beoogd en (ii) waarom dit doel niet met minder vergaande maatregelen kan worden bereikt.
\nStap 5: Wordt voldaan aan de Europeesrechtelijke bewijslast?
\nHet ligt op de weg van de regulerende overheid om aan te tonen dat aan bovengenoemde eisen is voldaan. Hoe zwaar deze bewijslast kan zijn, komt goed tot uitdrukking in de rechtspraak over de regulering van vestigingsmogelijkheden in ruimtelijke voorschriften. Als in een bestemmingsplan bijvoorbeeld een brancheringsregeling is ten behoeve van de leefbaarheid van het centrum, zal de gemeente aan de hand van analyses met specifieke gegevens moeten aantonen dat er inderdaad een oorzakelijk verband bestaat tussen enerzijds regulering van de vestigingsmogelijkheden voor winkels en anderzijds het behoud van de dynamiek en het oorspronkelijk karakter en daarmee de leefbaarheid van het stadscentrum en het voorkomen van leegstand in binnenstedelijk gebied. Uit de rechtspraak volgt dat dit niet altijd eenvoudig is (ABRvS 20 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2062 (Appingedam) en ABRvS 24 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3471; Rechtbank Amsterdam 23 oktober 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:7495; Rechtbank Overijssel 9 november 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:4291).
\n\nAls het gaat om een experiment zal het op voorhand echter niet altijd mogelijk zijn met gegevens te onderbouwen dat de maatregel ook daadwerkelijk zal leiden tot het beoogde doel. Dit is juist inherent aan een experiment. Naar analogie van de rechtspraak van het Hof van Justitie, is tijdens de workshop betoogd dat ons inziens goed te verdedigen is dat in dit geval een ruime(re) beoordelingsmarge aan de regulerende instantie dient te worden toekend. Dit vereist wel dat bij het vaststellen van een maatregel duidelijk wordt aangegeven dat het gaat om een experiment en wat er precies met dit experiment wordt beoogd. Ook zal moeten worden aangegeven binnen welke termijn er een evaluatie zal plaatsvinden.
\nStap 6: Leidt de maatregel tot verdeling van schaarse rechten?
\nAls een maatregel ertoe leidt dat slechts een beperkt aantal deelnemers in aanmerking komt voor een vergunning of een ontheffing, kan sprake zijn van een maatregel waarbij schaarse rechten worden toebedeeld. In dat geval geldt het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel. Zowel op de grond van nationale als Europese rechtspraak als op grond van de Dienstenrichtlijn, dient in dat geval een aantal extra eisen in acht te worden genomen. De verdeling van de schaarse vergunning dient op onpartijdige en transparante wijze plaats te vinden door middel van een eerlijke verdeelprocedure. Dit houdt onder meer in dat de criteria die gelden om in aanmerking te komen voor een vergunning – ook als het een experiment betreft - objectief moeten zijn en van te voren bekend worden gemaakt. De criteria moeten bovendien verband houden met het doel van de vergunning of het experiment. Daarnaast geldt dat een schaarse vergunning slechts voor bepaalde tijd mag worden verleend. Dit laatste zal bij experimenten geen problemen opleveren, omdat deze van nature tijdelijk zijn.
\nStap 7: verplicht het Unierecht tot notificatie?
\nTot slot dient bij het vaststellen van een maatregel de vraag te worden gesteld of deze moet worden genotificeerd bij de Europese Commissie. Hiertoe dient te worden beoordeeld of de maatregel valt onder een richtlijn waarin een notificatieverplichting is opgenomen. Tijdens de workshop is stilgestaan bij drie verschillende soorten regelingen, te weten:
\n- De Dienstenrichtlijn (artikel 15 en 16l); \n \t
- De Notificatierichtlijn 2015/1535 (voorheen richtlijn 98/34/EG) (artikel 5) \n \t
- Notificatieverplichtingen die voortvloeien uit afzonderlijke richtlijnen, zoals de Transparantierichtlijn 89/105/EEG inzake prijsstelling van geneesmiddelen. \n
Een voorbeeld van een zaak waarin de notificatieplicht aan de orde komt is het arrest Van Gennip over een vergunning voor de verkoop en de opslag voor vuurwerk (HvJEU 26 september 2018, Van Gennip e.a., ECLI:EU:C:2018:771).
\n\nDe exacte wijze van notificeren en gevolgen van het niet nakomen van de notificatieplicht verschilt per regeling. Onder omstandigheden kan een rechter oordelen dat een ten onrechte niet genotificeerde maatregel buiten toepassing moet worden gelaten. Dit lijkt overigens bij de notificatieplicht onder de Dienstenrichtlijn niet het geval te zijn.
\nTot slot
\nDeze stappen zijn van belang voor de vraag of de gemeente op basis van haar autonome verordenende bevoegdheid tot aanpak van een maatregel kan komen, of dat nu tijdelijk in de vorm van een experiment of voor langere duur is.
\n\nEen aantal gemeenten hebben in hun APV ook een apart “experimenteerartikel”, waarin zij het college de mogelijkheid geven om in bepaalde gevallen van de eigen APV af te wijken. Zo kunnen zij bijvoorbeeld bij wege van experiment bepalen dat bepaalde regels niet gelden en voor bepaalde vergunningen bijvoorbeeld een lichter regime of geen regels gelden. Maar bijvoorbeeld bij een onderwerp als een vuurwerkverbod zien we dat gemeenten ook experimenteren door juist geen nieuwe regels te introduceren, maar het aan bewoners zelf over te laten om tot een afspraak over het afsteken van vuurwerk in hun eigen straat te komen. Ook een mooi experiment!
\n","format":null,"processed":"
<!DOCTYPE html PUBLIC "-//W3C//DTD HTML 4.0 Transitional//EN" ";
\n<html><body><span><em>Dit is een verslag van een </em></span><em>tijdens <span><a href="https://www.inzichtinbestuursrecht.nl/">Inzicht in bestuursrecht</a> 2018 </span>gegeven workshop.</em>
\n
<p>Bierfietsen, vuurwerk, taxironselaars, deelfietsen, roken op straat: steeds vaker wordt naar de gemeente gekeken voor een aanpak van deze onderwerpen. Soms in de vorm van een experiment, soms voor een langere periode. Wanneer kan een gemeente daarvoor haar autonome verordenende bevoegdheid inzetten?</p>
\n
<p>Dat was een van de vragen die aan de orde kwam op 22 november 2018, tijdens het jaarlijkse congres ‘Inzicht in bestuursrecht’ van Pels Rijcken. Jannetje Bootsma, Marleen Botman, Georges Dictus en Jules de Kort hebben tijdens dit evenement een workshop gegeven over de <strong>aandachtspunten en grenzen</strong> van de<strong> omvang van de autonome verordenende bevoegdheid</strong>, waarbij ook de <strong>Dienstenrichtlijn</strong>, aandachtspunten bij de <strong>verdeling van schaarse rechten</strong> en <strong>ruimte voor experimenten</strong> aan bod kwamen. Aan de hand van een stappenplan worden in dit blog de relevante vragen op een rij gezet.<!--more--></p>
\n<h2>Stap 1. Past de maatregel binnen de autonome verordenende bevoegdheid?</h2>
\n<p>Wanneer een gemeente zich met een probleem geconfronteerd ziet en ten aanzien daarvan regels wil stellen, is de eerste vraag of de gemeente op dat terrein over een autonome verordenende bevoegdheid beschikt. De volgende drie deelvragen zijn daarvoor van belang:</p>
\n<ul><li>Is er een hogere regeling die betrekking heeft op hetzelfde onderwerp?</li>
\n \t<li>Zo ja, heeft de beoogde regeling een ander motief?</li>
\n \t<li>Zo nee, doorkruist de beoogde regeling niet de bedoeling van de hogere regeling?</li>
\n</ul><p>Voor een uitgebreidere toelichting over de aspecten die voor deze vraag van belang zijn, zie het blog van Jean-Paul Heinrich ‘<a href="/kennis/regulering-door-de-gemeente/">De bierfiets : hoeveel reguleringsruimte heeft de gemeentelijke regelgever?</a>’.</p>
\n<h2>Stap 2. Is de maatregel onderbouwd en gemotiveerd?</h2>
\n<p>Bij de toetsing van regelgeving – of dat nu via exceptieve toetsing is of direct in een civiele procedure – wordt er steeds meer belang aan gehecht dat de overheid kan laten zien welke afweging bij het invoeren van de maatregel is gemaakt. Een motivering en onderbouwing van de maatregel – zo mogelijk voorafgaand aan de invoering daarvan – is van belang. Een goede motivering geeft in ieder geval antwoord op de volgende vragen:</p>
\n<ul><li>Is de maatregel noodzakelijk en gerechtvaardigd?</li>
\n \t<li>Is de maatregel geschikt?</li>
\n \t<li>Is de maatregel evenredig?</li>
\n</ul><p>Denk daarbij ook na over de voorzienbaarheid van de maatregel en de vraag of een overgangstermijn bij de invoering van de maatregel nodig is.</p>
\n
<p>Gaat het om een <em>experiment</em>, dan zijn relevante vragen die van te voren moeten worden gesteld en beantwoord bijvoorbeeld ook:</p>
\n<ul><li>Wat is het doel van het experiment?</li>
\n \t<li>Wanneer is het experiment geslaagd en wanneer niet, en hoe wordt dat beoordeeld?</li>
\n \t<li>Wat houdt het experiment in, wie mogen aan het experiment deelnemen en hoe wordt dat bepaald?</li>
\n \t<li>Hoe lang duurt het experiment en wanneer wordt het experiment geëvalueerd?</li>
\n</ul><h2>Stap 3: Welk Unierechtelijk kader is van toepassing?</h2>
\n<p>Bij het invoeren van een maatregel is het ook nodig het Unierecht in ogenschouw te nemen. Is het Unierecht van toepassing en, zo ja, binnen welk Unierechtelijk kader valt de maatregel? Meest relevant voor deze thematiek zijn vooral de regels betreffende het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en vestiging en, meer specifiek, de <a href="https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32006L012…; target="_blank" rel="noopener">Dienstenrichtlijn</a> en/of de <a href="https://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32000L0031…; target="_blank" rel="noopener">E-commercerichtlijn</a>. De zaak van <a href="; target="_blank" rel="noopener">Uber</a> laat zien dat het niet altijd even eenvoudig is om vast te stellen binnen welk Unierechtelijk kader een dienst valt. Zie ook het blog van Georges Dictus over <a href="/kennis/reguleren-innovatieve-diensten/" target="_blank" rel="noopener">Uber: in hoeverre mogen lidstaten innovatieve diensten zoals Uber reguleren?</a></p>
\n
<p>Tijdens de workshop zijn wij in het bijzonder ingegaan op de Dienstenrichtlijn. Decentrale overheden krijgen met de Dienstenrichtlijn te maken als de voorgenomen maatregel het verrichten van een dienst voor een dienstverlener beperkt. Dat is in de praktijk al vrij snel het geval, bijvoorbeeld wanneer een dienstverlener een vergunning nodig heeft voor het mogen verrichten van die dienst. In de Dienstenrichtlijn staan specifieke eisen waaraan vergunningstelsels moeten voldoen. Mede gelet op de uitspraak van het Hof van Justitie over het toepassingsbereik van de Dienstenrichtlijn in de zaak <a href="http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=1988…; target="_blank" rel="noopener">Appingedam</a>, verwachten wij dat het belang van de Dienstenrichtlijn in de praktijk alleen maar zal toenemen (zie hierover ook <a href="https://www.pelsrijcken.nl/actueel/nieuwsberichten/uitspraak-hof-van-ju…; target="_blank" rel="noopener">het blog</a> van o.a. Marleen Botman). Uit deze uitspraak volgt namelijk dat de Dienstenrichtlijn ook van toepassing is op ruimtelijke voorschriften en zuiver interne situaties.</p>
\n<h2>Stap 4: Voldoet de maatregel aan Europese eisen?</h2>
\n<p>Meer ten algemene gelden de volgende Europese eisen waaraan een maatregel moet voldoen:</p>
\n<ul><li>Is de maatregel non-discriminatoir?</li>
\n \t<li>Is de maatregel noodzakelijk om een dwingende reden van algemeen belang?</li>
\n \t<li>Is de maatregel geschikt om dat beoogde doel te bereiken?</li>
\n \t<li>Is de maatregel evenredig, dat wil zeggen dat het doel niet met minder vergaande middelen kan worden bereikt?</li>
\n</ul><p>In de (Europese) rechtspraak zijn diverse dwingende reden van algemeen belang geaccepteerd, zoals de bescherming van het <a href="http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=1988…; target="_blank" rel="noopener">stedelijk milieu</a>, <a href="http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=7984…; target="_blank" rel="noopener">verkeersveiligheid</a>, <a href="http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=2061…; target="_blank" rel="noopener">de openbare veiligheid en volksgezondheid</a> en de openbare orde. Zoals tijdens de workshop aan de orde kwam, kan de openbare orde echter alleen worden aangevoerd in geval van een werkelijke en voldoende ernstige bedreiging van een fundamenteel maatschappelijk belang, al komt de bevoegde autoriteit daarbij in bepaalde situaties wel een zekere beoordelingsmarge toe (zie bijv. de zaak <a href="http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf;jsessionid=21D2754D9…; target="_blank" rel="noopener">Omega Spielhallen</a>).</p>
\n
<p>Het is vanuit Unierechtelijk perspectief van belang om reeds in de toelichting bij de maatregel aan te geven (i) welk doel met de maatregel wordt beoogd en (ii) waarom dit doel niet met minder vergaande maatregelen kan worden bereikt.</p>
\n<h2>Stap 5: Wordt voldaan aan de Europeesrechtelijke bewijslast?</h2>
\n<p>Het ligt op de weg van de regulerende overheid om aan te tonen dat aan bovengenoemde eisen is voldaan. Hoe zwaar deze bewijslast kan zijn, komt goed tot uitdrukking in de rechtspraak over de regulering van vestigingsmogelijkheden in ruimtelijke voorschriften. Als in een bestemmingsplan bijvoorbeeld een brancheringsregeling is ten behoeve van de leefbaarheid van het centrum, zal de gemeente aan de hand van analyses met specifieke gegevens moeten aantonen dat er inderdaad een oorzakelijk verband bestaat tussen enerzijds regulering van de vestigingsmogelijkheden voor winkels en anderzijds het behoud van de dynamiek en het oorspronkelijk karakter en daarmee de leefbaarheid van het stadscentrum en het voorkomen van leegstand in binnenstedelijk gebied. Uit de rechtspraak volgt dat dit niet altijd eenvoudig is (ABRvS 20 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2062 (Appingedam) en ABRvS 24 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3471; Rechtbank Amsterdam 23 oktober 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:7495; Rechtbank Overijssel 9 november 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:4291).</p>
\n
<p>Als het gaat om een experiment zal het op voorhand echter niet altijd mogelijk zijn met gegevens te onderbouwen dat de maatregel ook daadwerkelijk zal leiden tot het beoogde doel. Dit is juist inherent aan een experiment. Naar analogie van de rechtspraak van het Hof van Justitie, is tijdens de workshop betoogd dat ons inziens goed te verdedigen is dat in dit geval een ruime(re) beoordelingsmarge aan de regulerende instantie dient te worden toekend. Dit vereist wel dat bij het vaststellen van een maatregel duidelijk wordt aangegeven dat het gaat om een experiment en wat er precies met dit experiment wordt beoogd. Ook zal moeten worden aangegeven binnen welke termijn er een evaluatie zal plaatsvinden.</p>
\n<h2>Stap 6: Leidt de maatregel tot verdeling van schaarse rechten?</h2>
\n<p>Als een maatregel ertoe leidt dat slechts een beperkt aantal deelnemers in aanmerking komt voor een vergunning of een ontheffing, kan sprake zijn van een maatregel waarbij schaarse rechten worden toebedeeld. In dat geval geldt het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel. Zowel op de grond van nationale als Europese rechtspraak als op grond van de Dienstenrichtlijn, dient in dat geval een aantal extra eisen in acht te worden genomen. De verdeling van de schaarse vergunning dient op onpartijdige en transparante wijze plaats te vinden door middel van een eerlijke verdeelprocedure. Dit houdt onder meer in dat de criteria die gelden om in aanmerking te komen voor een vergunning – ook als het een experiment betreft - objectief moeten zijn en van te voren bekend worden gemaakt. De criteria moeten bovendien verband houden met het doel van de vergunning of het experiment. Daarnaast geldt dat een schaarse vergunning slechts voor bepaalde tijd mag worden verleend. Dit laatste zal bij experimenten geen problemen opleveren, omdat deze van nature tijdelijk zijn.</p>
\n<h2>Stap 7: verplicht het Unierecht tot notificatie?</h2>
\n<p>Tot slot dient bij het vaststellen van een maatregel de vraag te worden gesteld of deze moet worden genotificeerd bij de Europese Commissie. Hiertoe dient te worden beoordeeld of de maatregel valt onder een richtlijn waarin een notificatieverplichting is opgenomen. Tijdens de workshop is stilgestaan bij drie verschillende soorten regelingen, te weten:</p>
\n<ul><li>De Dienstenrichtlijn (artikel 15 en 16l);</li>
\n \t<li>De Notificatierichtlijn <a href="; target="_blank" rel="noopener">2015/1535</a> (voorheen richtlijn <a href="; target="_blank" rel="noopener">98/34/EG</a>) (artikel 5)</li>
\n \t<li>Notificatieverplichtingen die voortvloeien uit afzonderlijke richtlijnen, zoals de Transparantierichtlijn <a href="; target="_blank" rel="noopener">89/105/EEG</a> inzake prijsstelling van geneesmiddelen.</li>
\n</ul><p>Een voorbeeld van een zaak waarin de notificatieplicht aan de orde komt is het arrest Van Gennip over een vergunning voor de verkoop en de opslag voor vuurwerk (HvJEU 26 september 2018, Van Gennip e.a., <a href="http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf;jsessionid=05F72FE49…; target="_blank" rel="noopener">ECLI:EU:C:2018:771</a>).</p>
\n
<p>De exacte wijze van notificeren en gevolgen van het niet nakomen van de notificatieplicht verschilt per regeling. Onder omstandigheden kan een rechter oordelen dat een ten onrechte niet genotificeerde maatregel buiten toepassing moet worden gelaten. Dit lijkt overigens bij de notificatieplicht onder de Dienstenrichtlijn niet het geval te zijn.</p>
\n<h2>Tot slot</h2>
\n<p>Deze stappen zijn van belang voor de vraag of de gemeente op basis van haar autonome verordenende bevoegdheid tot aanpak van een maatregel kan komen, of dat nu tijdelijk in de vorm van een experiment of voor langere duur is.</p>
\n
<p>Een aantal gemeenten hebben in hun APV ook een apart “experimenteerartikel”, waarin zij het college de mogelijkheid geven om in bepaalde gevallen van de eigen APV af te wijken. Zo kunnen zij bijvoorbeeld bij wege van experiment bepalen dat bepaalde regels niet gelden en voor bepaalde vergunningen bijvoorbeeld een lichter regime of geen regels gelden. Maar bijvoorbeeld bij een onderwerp als een vuurwerkverbod zien we dat gemeenten ook experimenteren door juist geen nieuwe regels te introduceren, maar het aan bewoners zelf over te laten om tot een afspraak over het afsteken van vuurwerk in hun eigen straat te komen. Ook een mooi experiment!</p></body></html>
\n"}},"3a2b5e4a-4390-4208-85eb-e287f88cb19f":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"file","bundle":"file"}},"fid":525,"uuid":"3a2b5e4a-4390-4208-85eb-e287f88cb19f","langcode":"nl","uid":{"target_id":1390,"target_type":"user","target_uuid":"297a8b0e-c8f9-4936-bcd2-fca92f8fa03c","url":"/user/1390"},"filename":"Marleen Botman, advocaat Pels Rijcken.jpg","uri":{"value":"cloudinary://Marleen Botman, advocaat Pels Rijcken.jpg","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1546592353/Marleen%20Botman%2C%20advocaat%20Pels%20Rijcken.jpg"},"filemime":"image/jpeg"},"800f44e3-78d0-4467-b4f9-82b6e8c00895--nl":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"media","bundle":"image"},"url":"/media/2254/edit"},"uuid":"800f44e3-78d0-4467-b4f9-82b6e8c00895--nl","langcode":"nl","bundle":{"target_id":"image","target_type":"media_type","target_uuid":"2025cb4c-e605-4aec-9612-c40b9e2b3556"},"name":"Marleen Botman, advocaat Pels Rijcken","field_media_image":{"target_id":525,"alt":"Marleen Botman, advocaat Pels Rijcken","title":"","width":5616,"height":1638,"target_type":"file","target_uuid":"3a2b5e4a-4390-4208-85eb-e287f88cb19f","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1546592353/Marleen%20Botman%2C%20advocaat%20Pels%20Rijcken.jpg","focal_point":{"x":1685,"y":934}}},"7cd122c1-914c-4590-97cb-7d95c9a95c92":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"paragraph","bundle":"default_header"}},"id":3984,"uuid":"7cd122c1-914c-4590-97cb-7d95c9a95c92","langcode":"nl","field_media":{"target_id":2254,"target_type":"media","target_uuid":"800f44e3-78d0-4467-b4f9-82b6e8c00895--nl","url":"/media/2254/edit"}},"b01369ab-8d77-451c-8286-bd29dff84c0d--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"person"},"url":"/mensen/marleen-botman","locale_paths":{"en":"/en/people/marleen-botman","nl":"/mensen/marleen-botman"}},"nid":2397,"uuid":"b01369ab-8d77-451c-8286-bd29dff84c0d--nl","langcode":"nl","title":"Marleen Botman","created":{"value":"2018-07-04T12:38:57+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"field_email":"marleen.botman@pelsrijcken.nl","field_employee_type":[{"target_id":28,"target_type":"taxonomy_term","target_uuid":"b5e2644f-17fc-4e4f-aa13-f2e844d51b27--nl","url":"/taxonomy/term/28"}],"field_header":{"target_id":3984,"target_revision_id":31706,"target_type":"paragraph","target_uuid":"7cd122c1-914c-4590-97cb-7d95c9a95c92"},"field_person_unavailable":false,"field_phone_number":"+31 70 515 3930"},"ae54272d-c6e3-4baa-9b5e-d0947c14e79d":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"file","bundle":"file"}},"fid":475,"uuid":"ae54272d-c6e3-4baa-9b5e-d0947c14e79d","langcode":"nl","uid":{"target_id":1390,"target_type":"user","target_uuid":"297a8b0e-c8f9-4936-bcd2-fca92f8fa03c","url":"/user/1390"},"filename":"Georges Dictus, advocaat Pels Rijcken.jpg","uri":{"value":"cloudinary://Georges Dictus, advocaat Pels Rijcken.jpg","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1546513019/Georges%20Dictus%2C%20advocaat%20Pels%20Rijcken.jpg"},"filemime":"image/jpeg"},"dc94ab2f-d074-41f8-b8bd-5fd0bb3853bb--nl":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"media","bundle":"image"},"url":"/media/2208/edit"},"uuid":"dc94ab2f-d074-41f8-b8bd-5fd0bb3853bb--nl","langcode":"nl","bundle":{"target_id":"image","target_type":"media_type","target_uuid":"2025cb4c-e605-4aec-9612-c40b9e2b3556"},"name":"Georges Dictus, advocaat Pels Rijcken","field_media_image":{"target_id":475,"alt":"Georges Dictus, advocaat Pels Rijcken","title":"","width":5643,"height":1646,"target_type":"file","target_uuid":"ae54272d-c6e3-4baa-9b5e-d0947c14e79d","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1546513019/Georges%20Dictus%2C%20advocaat%20Pels%20Rijcken.jpg","focal_point":{"x":2031,"y":741}}},"54263e46-e5b0-4d0a-8941-dad358485f45":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"paragraph","bundle":"default_header"}},"id":3915,"uuid":"54263e46-e5b0-4d0a-8941-dad358485f45","langcode":"nl","field_media":{"target_id":2208,"target_type":"media","target_uuid":"dc94ab2f-d074-41f8-b8bd-5fd0bb3853bb--nl","url":"/media/2208/edit"}},"7782aee6-4ce5-4424-9615-d3e95c5598ea--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"person"},"url":"/mensen/georges-dictus","locale_paths":{"en":"/en/people/georges-dictus","nl":"/mensen/georges-dictus"}},"nid":2328,"uuid":"7782aee6-4ce5-4424-9615-d3e95c5598ea--nl","langcode":"nl","title":"Georges Dictus","created":{"value":"2018-02-28T13:44:33+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"field_email":"georges.dictus@pelsrijcken.nl","field_employee_type":[{"target_id":27,"target_type":"taxonomy_term","target_uuid":"dd1139a9-125a-4434-a4f5-6d22553a8634--nl","url":"/taxonomy/term/27"}],"field_header":{"target_id":3915,"target_revision_id":30712,"target_type":"paragraph","target_uuid":"54263e46-e5b0-4d0a-8941-dad358485f45"},"field_person_unavailable":false,"field_phone_number":"+31 70 5153 618"},"a2bfec64-c7dc-499c-9363-57d3c14a81a0--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"blog"},"url":"/kennis/bestuursrecht/autonome-verordenende-bevoegdheid-van-de-gemeente","locale_paths":{"nl":"/kennis/bestuursrecht/autonome-verordenende-bevoegdheid-van-de-gemeente"}},"nid":3724,"uuid":"a2bfec64-c7dc-499c-9363-57d3c14a81a0--nl","langcode":"nl","title":"Aanpak van problemen en experimenten via de autonome verordenende bevoegdheid van de gemeente","created":{"value":"2021-08-16T12:31:46+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"field_blog_expertise":[{"target_id":2175,"target_type":"node","target_uuid":"4a436bce-875a-48f6-a86b-8ae589710355--nl","url":"/expertise/bestuursrecht"}],"field_blog_highlighted":false,"field_blog_series":{"target_id":59,"target_type":"taxonomy_term","target_uuid":"b8f97dce-7a92-49cc-bfe0-d28146b51ecd","url":"/taxonomy/term/59"},"field_blog_specialism":[{"target_id":3089,"target_type":"node","target_uuid":"ab864c85-40bc-4d1f-90ab-07308a48234b--nl","url":"/expertise/awb"},{"target_id":2203,"target_type":"node","target_uuid":"a0d9b282-c265-45c5-b5dd-c6c65aba189a--nl","url":"/expertise/binnenlands-bestuur"},{"target_id":3090,"target_type":"node","target_uuid":"201ea6ba-0543-48f3-91d4-19b17bceb93e--nl","url":"/expertise/europees-bestuursrecht"}],"field_blog_tags":[],"field_content_type":[{"target_id":57,"target_type":"taxonomy_term","target_uuid":"cd17b572-3ddc-4fce-942f-d38037566d04--nl","url":"/taxonomy/term/57"}],"field_header_image":null,"field_introduction_text":null,"field_message_type":null,"field_paragraphs":[{"target_id":6940,"target_revision_id":22039,"target_type":"paragraph","target_uuid":"067a5d4a-6efb-45f3-b988-717ca794374e--nl"}],"field_persons":[{"target_id":2280,"target_type":"node","target_uuid":"c0185552-c774-49bc-a940-0802524008d6--nl","url":"/mensen/jannetje-bootsma"},{"target_id":2397,"target_type":"node","target_uuid":"b01369ab-8d77-451c-8286-bd29dff84c0d--nl","url":"/mensen/marleen-botman"},{"target_id":2328,"target_type":"node","target_uuid":"7782aee6-4ce5-4424-9615-d3e95c5598ea--nl","url":"/mensen/georges-dictus"},{"target_id":2383,"target_type":"node","target_uuid":"43449975-e829-4b67-b553-01df23bfa9b7--nl","url":"/mensen/jules-de-kort"}],"field_publication_date":{"value":"2018-12-13T08:45:18+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"field_related_articles":[],"field_themes":[]},"09ba02e6-f8e3-41ab-a256-4b6852ac087e--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"expertise"},"url":"/expertise/gezondheidsrecht","locale_paths":{"en":"/en/expertise/healthcare","nl":"/expertise/gezondheidsrecht"}},"nid":2180,"uuid":"09ba02e6-f8e3-41ab-a256-4b6852ac087e--nl","langcode":"nl","title":"Gezondheidsrecht","created":{"value":"2018-04-19T08:45:56+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"}},"88ee8a33-e4e1-4df9-99ce-11bd5b60ee1d--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"expertise"},"url":"/expertise/mededinging-en-marktregulering","locale_paths":{"en":"/en/expertise/competition-and-market-regulation","nl":"/expertise/mededinging-en-marktregulering"}},"nid":2182,"uuid":"88ee8a33-e4e1-4df9-99ce-11bd5b60ee1d--nl","langcode":"nl","title":"Mededinging en marktregulering","created":{"value":"2018-05-14T12:20:14+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"}},"7153ff1c-1e44-4bfb-a94c-7cd5f243b336--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"expertise"},"url":"/expertise/tuchtrecht","locale_paths":{"en":"/en/expertise/professional-disciplinary-law","nl":"/expertise/tuchtrecht"}},"nid":2189,"uuid":"7153ff1c-1e44-4bfb-a94c-7cd5f243b336--nl","langcode":"nl","title":"Tuchtrecht","created":{"value":"2018-09-18T11:22:16+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"}},"eaef1b37-9279-45bc-bfdb-4c0853ae159d--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"expertise"},"url":"/expertise/telecommunicatierecht","locale_paths":{"en":"/en/expertise/telecommunications-law","nl":"/expertise/telecommunicatierecht"}},"nid":2199,"uuid":"eaef1b37-9279-45bc-bfdb-4c0853ae159d--nl","langcode":"nl","title":"Telecommunicatierecht","created":{"value":"2018-04-20T12:08:46+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"}},"f32a78d2-7e3b-4fa5-b83e-7dcda1059329":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"file","bundle":"file"}},"fid":46,"uuid":"f32a78d2-7e3b-4fa5-b83e-7dcda1059329","langcode":"nl","uid":{"target_id":1,"target_type":"user","target_uuid":"67bcab8b-08ee-4c08-ba44-1a203d4c1dae","url":"/en/user/1"},"filename":"F476 720.jpg","uri":{"value":"cloudinary://F476 720.jpg","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1539937708/F476%20720.jpg"},"filemime":"image/jpeg"},"216b95fa-98d9-4ea5-9498-bea1b2d997c7--nl":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"media","bundle":"image"},"url":"/media/1733/edit"},"uuid":"216b95fa-98d9-4ea5-9498-bea1b2d997c7--nl","langcode":"nl","bundle":{"target_id":"image","target_type":"media_type","target_uuid":"2025cb4c-e605-4aec-9612-c40b9e2b3556"},"name":"Jannetje Bootsma","field_media_image":{"target_id":46,"alt":"Jannetje Bootsma","title":null,"width":720,"height":720,"target_type":"file","target_uuid":"f32a78d2-7e3b-4fa5-b83e-7dcda1059329","url":"https://res.cloudinary.com/pelsrijcken/image/upload/v1539937708/F476%20720.jpg","focal_point":null}},"178fff0f-e819-4cdd-9a93-051d17cea648--nl":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"paragraph","bundle":"og_metatag"}},"id":4737,"uuid":"178fff0f-e819-4cdd-9a93-051d17cea648--nl","langcode":"nl","field_metatag_og_description":{"value":"
Jannetje Bootsma heeft zich gespecialiseerd in het brede terrein van het bestuursrecht. Haar voorliefde ligt bij adviseren van, meedenken met en optreden voor overheden. Zij heeft zich verder gespecialiseerd in het telecommunicatierecht en het onderwijsrecht. Ook zaken op het terrein van...
\r\n","format":"wysiwyg","processed":"
Jannetje Bootsma heeft zich gespecialiseerd in het brede terrein van het bestuursrecht. Haar voorliefde ligt bij adviseren van, meedenken met en optreden voor overheden. Zij heeft zich verder gespecialiseerd in het telecommunicatierecht en het onderwijsrecht. Ook zaken op het terrein van...
\n"},"field_metatag_og_image":null,"field_metatag_og_media":{"target_id":1733,"target_type":"media","target_uuid":"216b95fa-98d9-4ea5-9498-bea1b2d997c7--nl","url":"/media/1733/edit"},"field_metatag_og_title":"Jannetje Bootsma | Pels Rijcken","field_metatag_og_video":null},"f0a00580-ad80-4c64-bd44-fa9bce738e91--nl":{"__hn":{"view_modes":["default"],"entity":{"type":"paragraph","bundle":"metatags"}},"id":4738,"uuid":"f0a00580-ad80-4c64-bd44-fa9bce738e91--nl","langcode":"nl","field_metatag_canonical_link":{"uri":"https://pelsrijcken.nl/mensen/jannetje-bootsma","title":"","options":[]},"field_metatag_description":"Jannetje Bootsma heeft zich gespecialiseerd in het brede terrein\r\nvan het bestuursrecht. Haar voorliefde ligt bij adviseren van,\r\nmeedenken met en optreden voor...","field_metatag_og":{"target_id":4737,"target_revision_id":31776,"target_type":"paragraph","target_uuid":"178fff0f-e819-4cdd-9a93-051d17cea648--nl"},"field_metatag_robots":"all","field_metatag_title":"Jannetje Bootsma | Pels Rijcken"},"955a19f3-7f02-4fc8-a11c-5058ceb1ac07--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"sector"},"url":"/sectoren/centrale-overheid","locale_paths":{"en":"/en/sectors/central-government","nl":"/sectoren/centrale-overheid"}},"nid":2218,"uuid":"955a19f3-7f02-4fc8-a11c-5058ceb1ac07--nl","langcode":"nl","title":"Centrale overheid","created":{"value":"2017-11-28T13:01:19+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"}},"7fac44f7-3ac8-42d5-80db-8e680371d775--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"sector"},"url":"/sectoren/zorg","locale_paths":{"en":"/en/sectors/healthcare","nl":"/sectoren/zorg"}},"nid":2221,"uuid":"7fac44f7-3ac8-42d5-80db-8e680371d775--nl","langcode":"nl","title":"Zorg","created":{"value":"2018-04-19T09:52:54+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"}},"bdac2074-827d-42c0-a40a-08872da77793--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"sector"},"url":"/sectoren/onderwijs-en-onderzoek","locale_paths":{"en":"/en/sectors/education-and-research","nl":"/sectoren/onderwijs-en-onderzoek"}},"nid":2223,"uuid":"bdac2074-827d-42c0-a40a-08872da77793--nl","langcode":"nl","title":"Onderwijs en onderzoek","created":{"value":"2016-10-21T10:57:52+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"}},"b7fce895-2da2-476f-8d56-8c57ee422c08--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"sector"},"url":"/sectoren/provincies-en-gemeenten","locale_paths":{"en":"/en/sectors/provinces-and-municipalities","nl":"/sectoren/provincies-en-gemeenten"}},"nid":2224,"uuid":"b7fce895-2da2-476f-8d56-8c57ee422c08--nl","langcode":"nl","title":"Provincies en gemeenten","created":{"value":"2018-02-13T14:30:50+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"}},"e45fa953-9480-4ecc-b34d-3ca1649bc65c--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"sector"},"url":"/sectoren/toezichthouders","locale_paths":{"en":"/en/sectors/supervision-and-regulation","nl":"/sectoren/toezichthouders"}},"nid":2226,"uuid":"e45fa953-9480-4ecc-b34d-3ca1649bc65c--nl","langcode":"nl","title":"Toezichthouders","created":{"value":"2016-10-14T09:40:49+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"}},"62864ddb-bfeb-4ea3-bbfd-c37e74147997--nl":{"__hn":{"view_modes":["teaser"],"entity":{"type":"node","bundle":"content_page"},"url":"/mensen","locale_paths":{"en":"/en/people","nl":"/mensen"}},"nid":17,"uuid":"62864ddb-bfeb-4ea3-bbfd-c37e74147997--nl","langcode":"nl","title":"Mensen","created":{"value":"2018-10-23T11:49:12+00:00","format":"Y-m-d\\TH:i:sP"},"field_parent":null}},"paths":{"/expertise/bestuursrecht":"4a436bce-875a-48f6-a86b-8ae589710355--nl","/expertise/awb":"ab864c85-40bc-4d1f-90ab-07308a48234b--nl","/taxonomy/term/55":"c20e6fa1-e71d-4595-a542-9d229f24f372--nl","/taxonomy/term/28":"b5e2644f-17fc-4e4f-aa13-f2e844d51b27--nl","/media/2218/edit":"9355f27c-c328-4acd-836f-b93e594d82ce--nl","/mensen/jannetje-bootsma":"c0185552-c774-49bc-a940-0802524008d6--nl","/taxonomy/term/26":"d15406d2-06ce-4df0-879e-bfba86bc541d--nl","/media/2234/edit":"c05b9177-cf3e-48cc-8fd3-9387ee336463--nl","/mensen/jules-de-kort":"43449975-e829-4b67-b553-01df23bfa9b7--nl","/kennis/bestuursrecht/wanneer-een-woningsluiting-op-grond-van-artikel-13b-opiumwet-evenredig":"b65af8b0-76bf-4c37-a3e2-a5734b887e45--nl","/expertise":"fc921196-dd1a-4f04-afa9-57c6ab434361--nl","/expertise/binnenlands-bestuur":"a0d9b282-c265-45c5-b5dd-c6c65aba189a--nl","/expertise/europees-bestuursrecht":"201ea6ba-0543-48f3-91d4-19b17bceb93e--nl","/expertise/open-overheid":"e466d172-8531-4625-90d3-a751289e0f1e--nl","/expertise/openbare-orde-en-ondermijning":"48782743-6c35-4464-9657-ad4877f1a648--nl","/expertise/privacy-en-gegevensuitwisseling":"df76927f-f47d-444d-8619-e96cb90db62a--nl","/expertise/subsidiesgeld":"caf5299a-bc39-4c19-b456-cb9c551cdcda--nl","/expertise/toezicht-en-handhaving":"d919d68b-0132-42bc-82b3-389944bc534c--nl","/taxonomy/term/61":"5a414825-6b35-4009-ab7e-657a81f12a73","/taxonomy/term/57":"cd17b572-3ddc-4fce-942f-d38037566d04--nl","/taxonomy/term/56":"74e7a102-a18d-4282-9c1a-06624bf0584b--nl","/taxonomy/term/27":"dd1139a9-125a-4434-a4f5-6d22553a8634--nl","/media/2359/edit":"971ad011-8594-4d5c-a7e0-dc83d5b9edf9--nl","/mensen/marijse-neuteboom-klink":"f92b5fe4-4fce-4f18-96f5-bdccf25a4a3b--nl","/media/2203/edit":"1f6dacaf-b838-441f-abb4-f0cd40c6b9d9--nl","/mensen/frank-van-tienen":"1d46a70b-e903-411f-b41b-2a83ad1d95f7--nl","/kennis/bestuursrecht/maatwerk":"993c87b1-662a-4724-bb66-805904dbfe29--nl","/taxonomy/term/59":"b8f97dce-7a92-49cc-bfe0-d28146b51ecd","/media/2254/edit":"800f44e3-78d0-4467-b4f9-82b6e8c00895--nl","/mensen/marleen-botman":"b01369ab-8d77-451c-8286-bd29dff84c0d--nl","/media/2208/edit":"dc94ab2f-d074-41f8-b8bd-5fd0bb3853bb--nl","/mensen/georges-dictus":"7782aee6-4ce5-4424-9615-d3e95c5598ea--nl","/kennis/bestuursrecht/autonome-verordenende-bevoegdheid-van-de-gemeente":"a2bfec64-c7dc-499c-9363-57d3c14a81a0--nl","/expertise/gezondheidsrecht":"09ba02e6-f8e3-41ab-a256-4b6852ac087e--nl","/expertise/mededinging-en-marktregulering":"88ee8a33-e4e1-4df9-99ce-11bd5b60ee1d--nl","/expertise/tuchtrecht":"7153ff1c-1e44-4bfb-a94c-7cd5f243b336--nl","/expertise/telecommunicatierecht":"eaef1b37-9279-45bc-bfdb-4c0853ae159d--nl","/media/1733/edit":"216b95fa-98d9-4ea5-9498-bea1b2d997c7--nl","/sectoren/centrale-overheid":"955a19f3-7f02-4fc8-a11c-5058ceb1ac07--nl","/sectoren/zorg":"7fac44f7-3ac8-42d5-80db-8e680371d775--nl","/sectoren/onderwijs-en-onderzoek":"bdac2074-827d-42c0-a40a-08872da77793--nl","/sectoren/provincies-en-gemeenten":"b7fce895-2da2-476f-8d56-8c57ee422c08--nl","/sectoren/toezichthouders":"e45fa953-9480-4ecc-b34d-3ca1649bc65c--nl","/mensen":"62864ddb-bfeb-4ea3-bbfd-c37e74147997--nl"},"__hn":{}}}